In een oogwenk net genoeg om een teken van leven te geven voor de sprong. Door de krullen van de geest accumuleer droge dadels aan de poorten van de woestijn. Klik op de tong onder het romaanse gewelf waar alles samenkomt. Nog lager naakt tussen naakte lichamen pak de dikbuikige kikker. Van ravijn tot ravijn de boom ons toevluchtsoord leidt de adem. Loop tot extreme vermoeidheid waar het onkruid nodig ons uit om te vliegen. Grote ogen zoals kapstokken verzamel de zaden van het toeval. De zon op jacht crêpe de stenen muur bruidssluier. Ziet eruit als in het land de komst van de kluizenaar bemoste trappen.