La pluie gifle les vitres d'un ciel bleu gris par dessus dessous les lueurs du soir.
Naar de precieze fenestrator er is zalf in de plooien leggen.
Raadselachtige wenkbrauwen klik clac toon van een jas die zo zwaar is om te dragen.
Loodlijn van een scheutje koffie tegen de muur la coulure défenestre le blanc céramique.
Épreuve douloureuse laten we je bedanken en geen verkooppraatje.
Het zou hebben geduurd dat de moeder en haar kuikens sterven pour que la terre soit considérée.
Armen omhoog ga lentewolken une pincée d'hirondelle à l'avenant.
kalende schilder Marc van Calvados de botten rammelen ik blijf.
Zoet en volhardend la mémoire qui nous habite nous rend heureux wij mannen van vergeving.
Laat maar zitten ze dachten aan de onderkant de haken en ogen van gisteren.
Enorm en vast aan het plafond de kever vertegenwoordigde de avondster voor de schaal van alles.
Bij de keel gegrepen Dame Jeanne klimt uit de grot om het bloed te laten spuiten.
vermoeide stomp zonder dat de bloem verschijnt Ik likte de kattenmelk op.
Worst en salami meisjes- en jongenssets beet in hun tepels.
Spaar onze tradities en geef bijl contre le bel été.
Om niet langer het geluid van de seizoenen te horen ils fuirent le monde visible wijzend naar de toekomst.
Les griffures devinrent stigmates que la chaleur apprivoisait zonder de wrijving.
Évoquons sans trop scripturer ganzenveer krans met een gouden traan.
Sans se fier à la solitude ervaring kan niet worden gedeeld que par temps de merde. Eruit ! Ga verder ! verdrijven ! Reden verzamelen maakt de wijn zoet.
Nemen ! Live ! van Louveciennes tot het Ile de Ré gewoon de brug van de geest.
Ontneem de snuit van rammen zout breng blaten 's avonds laat op de wake.