Categorie Archieven: Jaar 2021

Ecosite van aanwezigheid

 
 
 Ecosite van aanwezigheid   
 bovenaan de hoge stoppels   
 de hoorn blies hard   
 op de kermisanemoon.      
  
 Gisteren gepacificeerd   
 ze vonden zichzelf samen   
 deze vergeetachtige missies   
 in de vastentijd.      
  
 O betoverde vrede   
 de nos inspanningen gewrichten   
 de bloem van de dageraad   
 wordt feestelijke vegetatie.      
  
 De volgorde is misleidend   
 voor degenen die de krachten van de geest kennen   
 til de haak op   
 zonder dat het hoofd tevoorschijn komt.      
  
 Groei naar het hart   
 ziel topologie   
 op deze plaats gevestigd   
 principieel schuim   
 in een succesvolle strijd   
 op dit blinde wiel   
 geschikt voor de zonneman   
 baard en warrig haar.      
  
  
 823 

Mijn huidige kind

 

 Bij zonsondergang    
 levendige kopjes.      
  
 Met stevige naleving  
 wat zullen mensen ervan zeggen.      
  
 Besneden en middagdrager    
 de zilveren veer.      
  
 Mals voor de hangers van de geest   
 de duif en de schreeuw.      
  
 Van het dwangbuis vetgedrukte letters   
 geur van de komende wind.      
  
 Calame tussen twee vingers   
 Onberispelijke maliënkolder.      
  
 Last van inhammen aangepakt   
 in afstammeling de zin.      
  
 Steek je hand omhoog   
 voor de dageraad.      
  
 Breng de roeispaan   
 en de boot aan de waterkant.      
  
 Loop in de voetsporen
 woestijn voorouders.
  
 Proef het verhaal   
 van onze grote broers.      
  
 Van onze dromen   
 wees het kouter en het afwerkblad.      
  
 Een genezer voor twee   
 via de trommel.      
  
 Van zichtbaar naar onzichtbaar   
 begeleid ons in poëzie.     
  
 Harmonie van harmonieën   
 van ons voor allemaal.      
  
 aardwater      
 is een open deur naar de wet.      
  
 Laten we dichter bij onze bronnen komen   
 om onszelf in liefde te zuiveren.      
  
 En gezicht naar beneden   
 laten we het hart in mysterie transformeren.      
  
 Huil mijn vreugde   
 mijn kind van dit moment.      
  
  
 822
   

Niet zo makkelijk

 

 Niet zo makkelijk   
 om 's ochtends op te staan   
 zodat''s avonds   
 ontstaat moiré.      
  
 Niet zo makkelijk   
 om de race van de tijd op te roepen   
 om water en zout te mengen    
 in de zee zo charmant.      
  
 Niet zo makkelijk   
 om te braden in de zon   
 Place de Grève   
 tot het zorgeloze einde van de dag.      
  
 Niet zo makkelijk   
 om het lachen in te houden   
 wanneer het zicht voorbijgaat   
 in opdracht van de geweren.      
  
 Puls   
 en levering   
 van zoveel wonden   
 beide aan de rechterkant gerimpeld   
 dat achteruit    
 laat   
 waar te herrijzen   
 niet zo gemakkelijk.      
  
  
 821 

In genade om te zijn

 

  De strijdwagens van vuur rolden de berg af   
 dragers van delicate geesten   
 acute beweging   
 van het kraken van de zwepen van de dageraad.      
  
 Naar de trekjes van de adem van goud   
 de kaken van het geheugen   
 aangekondigd gelach en de zon   
 in het bakstenen frame.      
  
 Alle   
 vergeeld door toegeeflijkheid   
 dit was onze eerste hap   
 onvermijdelijke woorden van honing.      
  
 De vingers speelden een liedje van weleer    
 op het gevlekte schort van een briesje    
 gunstig voor het afsnijden van het eeuwige   
 het bedelen om brood en de verontwaardiging van de werkelijkheid.            
  
 Onmerkbaar geritsel van vleugels   
 in de vorm van een koraal   
 de stemmen in topvorm   
 van een verticale overeenkomst.      
  
 Snel toegang opbouwen tot het heilige der heiligen   
 de impuls greep het zand van het instinct   
 moe wachten   
 deportaties naar de grens.      
  
 Met beide handen
 het koerende koor
 geluiden en lichten botsten
 aan de haken van een kortstondige taal.
  
 Geef geen trucjes meer    
 caravans met tulband   
 van de beklimming van de reis   
 onze kusten naderden.     
  
 Laten we dat zijn  " Up-to-date "   
 voor het zwartmarmeren platform   
 onze voetstappen echoden van geschreeuw   
 van adolescenten aan de rand van het hoofdstuk.      
  
 Kleine stem van chocoladescherven   
 uitgesmeerd tot op het punt van ontwijken   
 uitstortingen van een hart   
 laten we in verzet gaan.      
  
 duizend keer onthuld   
 het geloof van de kolenbrander   
 gammele en rebelse kalligrafie   
 verdient een gamey-nacht vol dromen.      
  
 Een briefje begraven   
 noch perfect, noch geheim  
 van deur tot deur naar toegang tot hoop   
 ultieme nederigheid van het gebaar van loyaliteit.      
  
 Voet tot voet   
 in de ochtenddauw   
 de hamer der beloften weegt   
 stoeien zonder de schaduw te ontwijden.      
  
 Er zijn incidentele uitbarstingen   
 afgeronde eenvoud   
 dan te veel kanaliseren   
 de kus van de vredesnacht.      
  
 Bewaarder van vocalisaties   
 als een veld vol klaprozen onder de wind   
 te behagen te ontevreden   
 we waren een golf van tarwe op de heuvel.      
  
 Vouw het bruiloftstafelkleed open   
 luisteren naar de nacht   
 door de kaarsvlam   
 voor ouderdom toegestaan.     
  
 In genade om te zijn   
 en de pommel en het blad   
 door het oog van de naald gegaan   
 het bos in brand.      
  
  
 820
    
   
  


   

Les eaux pourpres

 
 
 Brillent affleurent   
 de clameurs de frissons    
 les yeux ronds des violons   
 sans un regard vers l'horizon.      
  
 Feuillage qui bruisse    
 sage enfant en bord de l'eau   
 la goulue des marais   
 femme galante   
 des fragrances matinales   
 éclabousse de mousse   
 le dos rond du garçon   
 occiput élevé en caparaçon  
 la libellule menue se tait   
 près des roches à cru   
 sourire d'ange   
 aux yeux de biche   
 sagaie portée haute   
 par le chantre   
 pic-épeiche d'acier   
 aux griffes enrubannées 
 embrasant la fleur de rêve   
 toeters en bellen   
 sur les épaules de l'aube   
 pour que vive le tambour   
 de l'amour    
 à rebours de l'écir   
 pusillanime effort   
 pour contempler   
 le rien d'un chant divin   
 pusillanime effort   
 pour levée des essences pures   
 déposer la chaude fourrure   
 en ces temps de chasse barbare   
 toutes étoiles à terre   
 à se courber   
 sans effacer   
 la trace saigneuse des dents   
 sur l'échancrure   
 de la voix se glaçant   
 pâquerette fluette   
 au niveau des instincts   
 offerte   
 tel bijou roux   
 devant la porte des amazones   
 élevées en sérail   
 caravane de sel   
 cardant de leurs poils roides   
 le flux le reflux   
 déhanchement incandescent   
 sous le dais pimenté   
 d'un jour de semaine
 à la romance édictée   
 sans que frémisse   
 la fleur de magnolia.  
  
 Icône pourpre   
 échappée au regard de l'invisible   
 il fût recommandé  
 de manier le fer à chaud.      
  
  
 819 

Roses et blanches levées

 
 
 Roses et blanches levées   
 de couleurs venues   
 se sont faites parure   
 sous le labourage des nuages.      
  
 Un oiseau vrille le ciel   
 trait noir de chine   
 hors du lit de la commanderie   
 au hasard de l'espace.      
  
 Le doigt rôde sur la peau   
 sans miracle de la parole   
 et la nuit inquiète   
 se terre sous le drap.      
  
 A raison simple   
 sourire du père   
 à compte de rêve   
 l'œillade du tentateur.      
  
 En vocation douce   
 dénouer le satin   
 juste réponse   
 à l'appel d'une bulle   
 solitude diserte   
 en voyage vers le dedans   
 d’un rivage inconnu   
 à l'ivresse sacrée.      
  
  
 818 

Bonheur de nuit fraîche

 
  
 Bonheur de nuit fraîche   
 entre les draps rêches   
 ma mie à la peau douce   
 effluve des eaux rousses.      
  
 Mêlant l'odeur du plancher chaud   
 aux aromates sur le fil   
 la peau se ride de ses mots   
 remédiant aux battements de cils.      
  
 Se lever tôt matin   
 alors que l'ombre nous retient   
 froisse la parure de lin   
 propice à la croisée des mains.      
  
 Le royaume est don   
 quand se lèvent les premiers oiseaux   
 hoquets que la chaleur embrasse   
 sous le déplié de l'aube.      
  
 Fissure élégante   
 présente et rebelle   
 au calendrier ordonnateur   
 de nos sœurs les heures   
 émerge du fond de l'âme   
 sous l'usure de l'ordinaire   
 à petits coups de rame   
 l'âge transformé en prières.      
  
 817 

Trois cailloux

 
 
 Trois cailloux de rien du tout   
 sur le chemin balisé   
 saisirent l'attention du missionné   
 une dose de caramel mystique entre les dents.      
  
 A fleur de raison   
 yeux fermés  
 le soleil engagea une bouffée dévastatrice  
 sans l'ombre d'un indice.      
  
 Guillemette n'y tenant plus   
 parut au balcon   
 un cumulonimbus sur la tête   
 passage des abers en stabilité feinte.   
  
 Trois cailloux de rien du tout   
 sur la paillasse du chercheur   
 acclamaient à tout va   
 la variété des offres proposées.      
  
 Élevée papillonnante   
 l'alouette lulu par son grisollement   
 égaraient nos craintes   
 à même la prairie des jonquilles   
 jusqu'au coucou d'amour   
 émiettant à l'encan   
 le morse de ses conquêtes   
 quoi qu'il en coûte.      
  
  
 815 

Le langage du cœur

 J'ai fait avec Japhet   
le plein de mots câblés   
telle forêt secrète advenant sans motif   
autour d'une souche-mère.      
 
A ballotter du chef   
en culpabilité de l'animal pris au piège   
les artistes circassiens se dessaisirent   
des mirlitons de la fête.      
 
Mâle mort à l'horizon   
aux tubercules clamées   
le jonc du temps libre écarquilla le sous-bois   
des yeux scintillants plein le ciel étoilé.     
 
Soulevant le regard   
la beauté apparut   
fragile et empruntée   
sous ses paupières de roues ferrées.      
 
Tu es devant la porte spéciale   
de l'ouvrir sera ton chemin   
d'inviter l'invisible dans ta vie   
en élévation de l'intuition   
langage essentiel au carrefour de l'étrange   
retrouvailles avec le sens de notre humanité   
ouverture vibrante avec le monde   
langage du cœur.      
 
 
814  
 
 

 

Ma mère est montée au grenier

 

 Ma mère est montée au grenier  
 grand-mère des ourlets de l'esprit   
 femme-médecine   
 à colmater la fuite des souvenirs.      
  
 Elle y prit quelques herbes   
 avec un logiciel dernier cri   
 puis descendit en catimini   
 les escarpins à la main.      
  
 Juste une minute   
 elle contempla le juste-au-corps épargné   
 de ce grand dadais    
 il n'y avait rien à tirer.      
  
 Rien que des mots-valises   
 cure-dents imbibés de cannelle   
 en bordure du jardin   
 un œil sur le temps qui passe.      
  
 Hors les douves du château   
 elle recouvrit d'un drap blanc   
 le loup et la chèvre des rencontres   
 énergie accumulée   
 telle présence se lovant à la branche cathédrale   
 arbre de la connaissance   
 moucheté des récits d'antan   
 humus musqué des terres futures.      
  
  
 813